Zichtbare & onzichtbare onbalans – deukje voor de schoft

Vandaag wil ik binnen het thema zichtbare & onzichtbare onbalans hebben over een vorm van zichtbare onbalans. Namelijk het, soms al gewoon gevonden, deukje voor de schoft.

Ik kom bij veel paarden op bezoek, hetzij voor het rechtrichten of een myofasciaal behandeling. Beide vanuit een onbalans dat zichtbaar is geworden voor de ruiter. Het paard wil een bepaalde houding niet aannemen, gaat in protest of hun paard kan zich niet ontspannen. Een steeds vaker voorkomend beeld is “het deukje voor de schoft”. Je denkt eerder aan een te strak zittende deken dan dat je paard zijn lichaam verkeerd gebruikt, toch?

Echter is een deukje voor de schoft het teken dat de trapezius spier (monnikskapspier) niet goed ontwikkeld is. Maar het geeft ook aan dat de rest van het lichaam ook niet optimaal kan bewegen.
– Een minder of niet dragend achterbeen
– Moeilijk of geen ontspannen rug
– Weinig schoudervrijheid/strak in de schouder
– Een over ontwikkelde onderhalsspier (brachiocephalicus)
– Deze paarden zijn licht op de teugel en we zien vaak een valse knik in de hals

Deze paarden hebben vaak last van rugproblemen en lopen eerder kans op peesblessures.

Doormiddel van training kunnen we het paard leren om een betere houding aan te nemen. Hiervoor moeten we enkele voorwaarden controleren:
Kán het paard zijn schoft wel liften? (belly lift check)
Heeft het paard last van zijn ribbenboog?
Kan het paard zijn bekken kantelen en tot dragen komen?

Samen kunnen we kijken wat je paard nodig is en welke stappen we binnen het rechtrichten kunnen zetten, om je paard zich weer optimaal te kunnen laten bewegen. Met als het nodig is, een myofasciaal behandeling om spierspanningen te releasen waardoor een verkeerde houding kan ontstaan.

Het interval van de lessen is aan te passen aan je huidige trainingsschema. Meer informatie of voor een afspraak: info@rechtgericht.nl / 06 – 12 83 15 88

Mijn paard kan toch rechtuit, waarom dan rechtrichten?

Het ligt aan het gebruiksdoel dat je voor je paard voor ogen hebt. Een paard dat grotendeels alleen vooruit hoeft te bewegen, hetzij voor de kar of voor recreatief gebruik in het bos, voldoet prima ongeacht haar natuurlijke scheefheden. Dat een paard zijn lichaam beter kan gebruiken en zo gezonder blijft in pezen en gewrichten is een keuze, geen vereiste om zijn werk te kunnen doen.

Wanneer we een paard gaan belasten met ons ruitergewicht of we vragen vanaf de grond om meer complexe oefeningen, komen we al snel uit bij haar natuurlijke scheefheden. Het paard zal gaan compenseren, zwaar worden op de hand, gaan versnellen, niet willen nageven en vervolgens ook niet kunnen ontspannen. Waarbij wij, als ruiter, hier ook weer op reageren. Hierdoor komen we in een negatief getouwtrek. Het paard bouwt spanning op, de ruiter vervolgens ook. De volgende keer moet het paard eerst worden moe gelongeerd. Als snel is het plezier van het rijden af en is de ontspanning en gedragenheid ver te zoeken. De opmerking dat een paard fris en gespannen is door te weinig beweging, het nieuwe zomergras, te lang op stal of het weer wordt dan al gauw gemaakt.

Ook mijn grote Tinker laat dit feilloos zien. Het is een winderige dag en er valt steeds wat neerslag. De bladeren in de bos wal bewegen en het is door de dichte begroeiing moeilijk te zien wat er zich erachter afspeelt. Deze factoren heb je als ruiter in acht te nemen, maar moeten je niet laten weerhouden. Ik kan aan het paard zien dat de ruiter zich dit realiseert en ineens moet het paard ook kijken wat de ruiter bezighoudt achter die bos wal. Het paard heft zijn hoofd en komt terug in tempo, drukt zijn rug wat weg en het contact met de mond is even weg. De ruiter pakt de teugels korter en het paard vindt het nu nog spannender. Die ene hoek wil hij niet meer door en ook het aandraven gaat ongecontroleerd. Snel en gehaast de hoeken door, het stuur zit er niet op. Wat nu.

We zetten de benen aan het werk! Van achter naar voren vragen we het paard naar de hand toe te komen. Wanneer het paard bezig gaat met de ruiter, vergeet hij al snel dat er net wat te zien was en het in balans bewegen met de ruiter geeft ontspanning. Het paard neemt het bit aan en Ook een ontspannen hals-hoofdhouding. De teugels blijven op lengte en met de achterbenen ondertredend komt de rug omhoog. Het paard komt in de zogenaamde LVO-houding (Lengtebuiging, voorwaarts-neerwaarts en ondertreden) en is op twee pinken te rijden. Heel af en toekijkt hij even op, maar de teugels blijven op lengte en het been vraagt het paard weer naar de hand toe te komen. De ruiter is consequent en het paard voelt zich ontspannen door de duidelijke communicatie. Het aandraven gaat gedragen en weinig versnelt, het bekken kantelt en de ruiter kan goed blijven meegaan met de beweging. Op een aangespannen rug kan je als ruiter niet goed meebewegen, laat staan doorzitten. Het lichtrijden kan zoveel ruis geven, dat het paard nog meer versnelt en we weer gaan trekken aan de teugels. Een reactie gevolg wat weer uitkomt bij de balans en ontspannenheid van ons paard.

Ook ongehoorzaam gedrag aan het halster of bij de dagelijkse bezigheden als hoeven krabben, vast staan, en trailer laden kunnen verbeteren met grondwerken. Het paard krijgt meer vertrouwen, balans en minder spanning. Tegelijk werk je als eigenaar aan je leiderschap en communicatie met je paard.

Mocht je ook tegen problemen aanlopen met je paard dan is er een mogelijkheid dat het voorkomt uit de natuurlijke scheefheid van je paard. Rechtrichten door middel van grondwerk en later longeren, leert het paard in zijn eigen balans en kracht te komen. Daarnaast leer je als eigenaar de onzichtbare communicatie via lichaamstaal en verbeterd het jullie band.

Neem vrijblijvend contact op om te kijken of rechtrichten voor jullie ook de oplossing kan zijn.