De kwaliteit van teugelcontact begint bij met balans!
Ruiters proberen op veel manieren een goed contact te krijgen. De kwaliteit van het teugelcontact is een goede indicator van balans, bij zowel paard als ruiter. Teugelcontact geeft de ruiter veel informatie over de balans, symmetrie en spierspanning van het paard.
Teugelcontact is van invloed op de rijdbaarheid van het paard en het moet het paard in een zo vroeg mogelijk stadium worden aangeleerd, zodat het paard de teugelhulpen leert begrijpen en in balans kan bewegen. De ruiter moet weten hoeveel contact optimaal is en hoe hij daar moet komen. Voor zacht teugelgebruik, moet het paard zacht in de mond, hals en de rest van zijn lichaam zijn. Elke vorm van druk of spanning verandert de manier waarop het paard zijn lichaam gebruikt en alle problemen met contact moeten zo snel mogelijk worden aangepakt en opgelost. In het kort: wacht niet tot het probleem weggaat, help het paard naar een betere balans en een goede houding.
Tijdens het rijden begint de kwaliteit van het teugelcontact met fysieke en mentale balans van paard en ruiter. De zit van de ruiter bepaalt precies hoe hij zijn handen kan gebruiken en de teugelhulpen kan geven. Voor een goede, voorwaartse hand heeft de ruiter een ontspannen en effectieve, klassieke zit nodig. De zit helpt bij het geven van precieze hulpen en het helpt het paard om in een ontspannen en efficiënte manier te bewegen.
Problemen moeten meteen worden opgelost
Als er problemen met het teugelcontact zijn, wordt het contact vaak zwaar, te licht of ongelijk. Het komt vaak voor dat problemen zich opstapelen en langere tijd blijven. Een veel voorkomende gedachte is dat problemen in het contact verdwijnen wanneer het paard sterker wordt, of wanneer het lichaam meer in balans komt. In plaats daarvan, moeten we uitzoeken hoe we het paard kunnen helpen om direct een betere balans te vinden, en een zachter contact, dat de ruiter helpt om preciezer met het paard te communiceren.
Wachten leidt tot compensaties. Het kost tijd om die te corrigeren en men kan makkelijk gewend raken aan een sterker contact dan nodig is. Het idee van balans en een licht, zacht teugelcontact moet bij alle trainingen aanwezig zijn, bij alle paarden op welk niveau. Als het contact zwaar is, heeft het paard spanning in de kaak, nek, hals en ergens anders in het lichaam. Bij een te los, licht contact, kan de ruiter de kleine signalen van spanning en problemen in balans en ontspanning missen, ook al is het technisch gezien mogelijk om te rijden zonder teugelcontact. Echter, dit is een ander onderwerp en er zijn heel veel verschillende ideeën over lichtheid in de dressuur. Als het contact ongelijk is, zijn er vaak een heleboel compensaties aan de hand.
Is het gevoel correct?
Om erachter te komen hoe goed het gevoel van de ruiter overeenkomt met wat er daadwerkelijk gebeurt in het contact, en om de contactvaardigheden van de ruiters te verbeteren, wilden we weten wat voor soort contact ze gebruiken in hun dagelijkse training, wanneer ze hun eigen paarden rijden. Dit is geen onderzoek, dit is wat we hebben opgemerkt in ons dagelijks werk bij het helpen van ruiters bij het rijden. We hopen dat dit inspiratie geeft voor verder onderzoek naar dit onderwerp.
Elf ruiters, dressuur en springen, hebben vrijwillig meegewerkt om gedetailleerde informatie over hun eigen dagelijkse training te krijgen, met draagbare apparatuur, die normaal wordt gebruikt bij humane fysiotherapie en het trainen van menselijke en paardenatleten. We hebben het teugelcontact gemeten, en de spieractiviteit gevolgd met draagbare, oppervlakkige EMG-sensoren op paarden en ruiters, tijdens he rijden. Meer informatie over de EMG-resultaten zal later worden gepubliceerd.
De paarden werden normaal getraind, namen deel aan dressuur- of springwedstrijden op verschillende niveaus, van basis tot Intermediate I en 1,30 meter. Ze werden gereden door hun eigen ruiters, met een trens. De meting werd gedaan in een binnenbak, in een warm up die deel uitmaakt van hun dagelijkse training. De oefening voor de meting was op een grote volte linksom en rechtsom, in stap, draf en galop op beide kanten.
We vroegen de ruiters voor hun training naar hun gevoel over hun eigen contact. We wilden weten hoeveel contact ze ongeveer denken te gebruiken en wat hun ideale contact is, dat ze proberen te bereiken in hun eigen training. Daarna vroegen we de ruiters om te stappen, draven en galopperen op de volte en we vroegen ze weer naar hoe ze over hun eigen contact denken, om te zien of hun gevoel overeenkomt met wat we in de metingen zagen. Voor de ruiters was dit interessant, omdat ze direct feedback over hun eigen rijden konden krijgen. De resultaten waren interessant en er was wat verschil tussen het gevoel van de ruiter en de gemeten waarden. Dit houdt in dat er in de toekomst verdere metingen en nauwer onderzoek naar dit onderwerp nodig zijn.
Directe verbetering is mogelijk
Na de stap, draf en galop op de volte, gaven we een paar makkelijke oefeningen uit de klassieke dressuur, voor hun balans en ontspanning, en we zetten de metingen voort, om te zien hoe deze oefeningen paard en ruiter konden helpen. De verdere analyse van deze metingen en het effect van corrigerende technieken van klassiek rijden, zullen later worden gepubliceerd.
We waren blij om te merken dat de ontspanning en de kwaliteit van het teugelcontact direct verbeterden op een manier die we niet alleen voelen, maar die we ook aan de ruiter kunnen laten zien. Dit is een veelbelovende uitkomst, die verdere metingen met meer paarden en ruiters nodig heeft. Ons werk hieromtrent zal ruiters en de hele paardengemeenschap meer informatie blijven geven over dit belangrijke onderwerp.
Het Finse team van de metingen in de eerste fase bestond uit Niina Kirjorinne (dressuurtrainster en dierenfysiotherapeut, gespecialiseerd in de biomechanica van paard en ruiter), Eija Nordlund (fysiotherapeut, dierenfysiotherapeut) en Minna Kreivi (fysiotherapeut).
Op de site van Eurodressage is een tabel te zien met de resultaten van de metingen.