Sanne Mol – samen met Belle

In een vorige blog over Belle “Het verhaal van Belle” heb je kunnen lezen dat Belle nog steeds vooruitgang aan het boeken was binnen de lessen van STAPS. Helaas is ze in december 2019 gevallen met een ruiter, en waren al haar kansen verkeken. Er is besloten haar per direct niet meer in te zetten voor de lessen en haar te verkopen. Sinds februari 2020 is Belle dan ook van mij, Sanne. Ze staat nog steeds in haar vertrouwde kudde bij Sharon.

Zoals je in de vorige blog hebt kunnen lezen, was Belle erg bang voor balkjes, rennend er overheen en had ze blinde paniek bij het zien van deze balkjes. Na de periode dat ze, dankzij Sharon, op haar eigen benen is gaan lopen, zijn we ook weer rustig aan begonnen met balkjes training. Eerst twee balkjes op de grond, maar over elk balkje bleef ze vallen. Het is eigenlijk knap te noemen, hoe zij het voor elkaar krijgt om élk balkje aan te raken waar ze overheen loopt. Of dit nou in stap, draf of galop is.

De eerste keren hebben we de training gestopt zodra ze twee balkjes achter elkaar niet aantikte. Want hoe groot is die beloning? Stoppen als je het goed doet! Niet pushen tot het uiterste, maar laten blijken dat het leuk is.
Na weken van trainen, konden we zelfs de balkjes aan 1 kant wat hoger leggen. Ook werd de afstand steeds breder. Waar we begonnen met drafbalken op zo’n 40 cm afstand van elkaar, liggen ze nu op bijna een meter.

Op het moment dat Belle meer plezier had in het balkjes lopen, hebben we een sprongetje geprobeerd aan de longeerlijn. Bij het springen komt het SI gewricht los, als deze vast zit. Omdat Belle sowieso erg strak in haar spieren zit, leek mij het springen een mooie uitdaging voor zowel haar lichaam als in haar hoofd. De eerste sprongen waren geen succes, de paniek was weer terug en als ze geen tijd meer had om te weigeren, liep ze dwars door de hindernis heen. Na een aantal weigeringen hebben we de balk op de grond gelegd, Belle nam een aanloop en sprong alsof het een hindernis van 1.40m was. Maar ze was er overheen! Niet alleen over de hindernis, maar ook over haar angst. Vanaf dat moment is ze springen geweldig gaan vinden. We springen steeds een beetje hoger en maken zelfs al “parcoursjes” aan de longeerlijn. Zodra ze de hindernis ziet, gaan haar oren naar voren, neemt ze een aanloop en springt ze overal ruim overheen.

Belle is de afgelopen periode veranderd van een rennend paard dat op de vlucht ging voor balkjes, tot een heus springpaard aan de longeerlijn, waarbij ze gedragen en rustig over de hindernissen springt. Soms is er nog een kleine twijfel welk been ze als eerste moet doen, maar ook dat gaat ze nog leren! Ook tijdens het rijden hebben we balkjes neergelegd en zijn we hier overheen gegaan. Ik rijd op Belle met een barebackpad, zo voel ik precies wat er in haar rug gebeurd en waar ik haar nog moet ondersteunen of juist los moet laten. Op het moment dat haar ruggebruik wat verzwakt, gaan we over de balkjes en voel ik haar rug gelijk weer naar me toekomen en draagt ze zich weer.  De volgende uitdaging, vooral voor mij, is een sprongetje onder het “zadel”. Hierbij moet Belle mij overtuigen, dat we het samen kunnen.

Op gelijke voet..of niet?

Ik heb er lang over nagedacht of ik deze blog wel ging schrijven, niet alleen omdat er veel discussie over is, maar ook om de passie in het aantal woorden dat ik met deze blog nodig heb 🙂 (voor de gevorderde bloglezer).

Nu met de Corona crisis kan het zijn dat de hoefsmid zijn werkzaamheden niet kan uitoefenen en de hoeven van je paard sterk verminderen. Wat zou het nu handig zijn om ze zelf bij te kunnen houden. Al is het om scheuren/brokkels en flares voor te zijn. Ik bekap inmiddels 10 jaar zelf en in de eerste jaren in samenspraak met mijn hoefsmid.

Er zijn veel verschillende meningen in de paardenwereld en het is niet
mijn bedoeling om maar één kant te belichten. Het is mijn kant, maar het
hoeft niet jullie kant te zijn. Ik laat een manier zien die anders is dan
anders, maar wel onderbouwd. Ik kan het beamen, want ik voer het
inmiddels 10 jaar zelf uit. Mijn paarden zijn het levende bewijs. Waar
ik het dit maal over wil hebben zijn paardenvoeten.

Dat ik mijn paarden zelf bekap is niet mijn eigen keuze geweest, maar daar
maakte mijn ​Tinker Breeze het er naar. De hoefsmid vond hem ronduit
vervelend en het gedrag dat hij vertoonde werd steeds erger. Het werd een gevecht en ik begon de bekap beurten uit te stellen. Ook ging het tarief omhoog, naarmate het zwaarder werd om hem te bekappen. Het rijden was ook zeker niet zonder gevaar. Breeze struikelde over elke oneffenheid, zijn hoeven leken wel te groot voor hem. Toen wees mijn hoefsmid er op om
zelf te gaan bekappen en Breeze zo in kleine stapjes te laten wennen.

Door middel van een omgebouwde computerstoelpoot had ik een bekap bokje gecreëerd en heb ik een bekap cursus gevolgd. Dit om een grotere interval te creëren voor de hoefsmid bezoeken en zo kon ik hem in alle rust helpen. Ondanks dat ik wel aardig met gereedschappen overweg kon, was dit klusje niet zomaar even gepiept. Een zware Tinker die niet mee werkte, nieuw gereedschap, de angst om het verkeerd te doen en niet te vergeten een zere rug. Niet iets dat ik nou gelijk jullie zou aanbevelen.

Maar toch geniet het de voorkeur om eens goed naar de hoeven van het paard te kijken. Zo hebben de voorvoeten altijd een andere vorm dan de
achtervoeten en kan er hoogteverschil zijn tussen links en rechts. Als we
goed kijken is de hoef bepalend voor de stand van het gehele skelet!
Zitten er ribbels op de hoef en waar bevinden deze ribbels zich? Lijken
de hoeven misschien op eenden snavels of krult de hoefwand aan de
zijkant altijd omhoog (flare)? Ook kan het paard vaak steentjes mee
nemen van een buitenrit, wat zonder secuur hoefkrabben kan uitten in een
hoefzweer. De steentjes kunnen niet zelfstandig terug en zullen naar
boven moeten bewegen om vervolgens via de kroonrand er weer uit te
komen. Mijn blog: “van nature scheef – hoefbalans“, sluit hier mooi op
aan.

In het bekappen zijn er verschillende stromingen. Zo wordt het
traditioneel bekapt (met/ zonder ijzers of speciaal beslag) en het
steeds meer besproken natuurlijk bekappen. Welke manier bij jou en je
paard past, hangt af van verschillende factoren. Zo speelt de
leefomgeving zeker mee. Het is hartstikke mooi de natuur na te streven,
te beginnen bij de voeten, maar het paard daarna in stal op een zachte
bodem te houden, geeft weinig invloed op de hoef. Ook een bepaalde tak van sport of het simpelweg niet beter weten, kan beïnvloeden welke manier bij je past.  Maar voor de overgang naar natuurlijk bekappen zijn er soms meerdere bekap beurten achter elkaar nodig (€caching), om het paard niet té veel ongemak te geven. Ook dit kan de keuze beïnvloeden om het toch maar bij het oude vertrouwde te houden.

Het is logisch dat een paard wat gevoelig zal zijn, dit zouden wij ook
zijn als wij meteen blootvoets over de straat moeten. Als eigenaar heb
je ook om te schakelen en het rijden een tijdje aan te passen, zodat het
paard zelf kan bepalen waar het fijn beweegt. Of zelfs hoefschoenen aan
te schaffen als we per se toch willen rijden. We zullen zien dat de harde
ondergronden eerst worden vermeden. Door het langzaam laten wennen aan asfalt, zal de hoef zich weten aan te passen en zorgen voor een ‘eelt’
laag. Doordat we de hoeven zelf op de gewenste lengte kunnen houden,
krijgt de hoef niet het sein(ik moet hoefmateriaal kwijt) om een
breekbare hoefwand aan te maken. Zo houden we een hele mooie brede
hoefwand die beter bestand is tegen invloeden van buitenaf. Scheuren en
brokkels zullen behoren tot het verleden.

Een ander mooi gegeven is dat de hoef zelf een prachtige straal
ontwikkelt, die mee draagt en zorgt voor een natuurlijk schokdemping
voor pezen en gewrichten. De bloedsomloop wordt beter rondgepompt in het been door het uiteenzetten van de hoef bij het landen op de
bodem(hoefmechanisme). In een later stadium zal de hoef zelfs weer hol
worden, en zal het hoefbeen beter op zijn plaats gehouden worden. Er
ontstaat een sterke verbinding tussen de witte lijn en de hoefwand.
Kleine steentjes kunnen geen probleem meer veroorzaken in een gezonde
witte lijn. Deze zal niet langer worden opgerekt door de trekkracht van
een te lange hoefwand. Door de teen mooi af te ronden kunnen we invloed
uitoefenen op het afwikkelen van de hoef en kan het paard gemakkelijker
bewegen. We zien een soepeler bekken en schoudervrijheid en ruimere
passen. Een ostheopatische behandeling is een fijn gegeven, maar met
oncomfortabele voeten zal het lichaam snel weer moeten compenseren,
en zijn we bij begin af.

Ik heb hele mooie praktijkvoorbeelden van paarden waarbij ik heb geholpen om tot een gezondere hoef te komen. Bij elk paard verloopt het anders, van een eerste verandering in 3 maanden tot een verandering na een jaar.

Ook heb ik kunnen helpen bij een revalidatie proces van een peesblessure. Het
paard had enorme tenen en ondergeschoven verzenen (hielen), waardoor er een enorme kracht op de pezen ontstond bij het afwikkelen. Hij
struikelde over alles en stampte enorm. Hij had gewoonweg geen gevoel in
zijn eigen voeten. Het advies box rust gaf niet het resultaat, wat beweging en gezonde hoeven wel gaf. Gelukkig luisterde de eigenaresse naar haar paard en stelde ze hem voorop, waardoor ze nu aan een lange teugel, zonder struikelgevaar, buiten rijden. Het been is zelfs vanaf zijn aankomst hier, niet meer dik geweest :).

Ook voor het helpen bij revalideren bent u bij Rechtgericht aan het
juiste adres.

Voor wie meer wil weten over wat een hoef ons allemaal kan ‘vertellen’,
houd mijn website in de gaten voor mijn komende blog: “Een van nature holle hoef, maar nu steeds zeldzamer”.

En voor wie helemaal geïnteresseerd is, en tegen zeer verwaarloosde hoeven kan en hoe dit er aan de binnenkant van de hoef uitziet kan op deze link klikken: “Casus – hoefbevangen hoef ontleed“. Deze blog is beschermd met het wachtwoord: hoefbevangen (om niet iedereen ongewenst lastig te vallen met, voor sommigen, onsmakelijke foto’s)

Het nut van darmbacteriën

Ieder lichaam heeft bacteriën in zijn darmen, zo ook paarden. Deze bacteriën zorgen ervoor dat voedingsstoffen uit het voedsel kunnen worden gehaald. Er zijn een hele boel soorten bacteriën en allemaal hebben ze hun eigen taak. Zo zijn er andere bacteriën nodig voor het omzetten van kuil dan voor het omzetten van gedroogd hooi. We horen daarom ook vaak dat het geleidelijk introduceren van nieuwe voeding, heel erg belangrijk is. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de darm de benodigde darmbacteriën kan aanmaken, om het nieuwe voedsel te kunnen verteren. Gaat dit niet geleidelijk, dan kan de voeding onvoorbereid in de dikke darm terecht komen. Waarbij er verkeerde melkzuren kunnen ontstaan. Daardoor krijgt het paard gassen en wordt er minder water aan het voedsel onttrokken, met als gevolg diarree. Hierdoor kunnen gaskolieken, verstoppingen of zelfs verdraaiingen ontstaan. De darmwerking is minder en de voeding wordt minder goed getransporteerd. Eventueel aanwezig zand blijft in de darm en bezinkt. Ook hiervoor is een optimale darmwerking en darmperistaltiek van wezenlijk belang.

Een goede darmwerking begint bij het aanbieden van voldoende ruwe celstoffen. Een paard zou voldoende voedingsstoffen moeten kunnen halen uit alleen hoogwaardig ruwvoer. Dit kunnen we laten testen en eventuele tekorten kunnen zo worden aangevuld met bijvoeding. Hierdoor krijgt het paard geen overschotten en wordt het lichaam minder belast. Bij hogere prestaties hebben we het paard meer te ondersteunen door voeding. Dit kan door hoogwaardige bijvoeding of een supplement. Het geeft de voorkeur om te kiezen voor een voeding met een groot aandeel ruwe celstof, waardoor het paard veel kauwbewegingen en speeksel produceert. Het paard is zo langer met zijn voeding bezig. Ook vetten zijn een goede aanvulling voor het paard dat duurprestaties moet leveren. Vetten zijn een langzaam vrijkomende energiebron, in tegenstelling tot snelle suikers en producten met veel graan. Let er echter wel op dat het paard beschikt over voldoende eiwitten ter ondersteuning bij het herstellen van de spieren na de training. Meerdere giften per dag geniet de voorkeur om een constante toevoer van voedingsstoffen na te streven.

Een gezond paard begint bij een gezonde darm. Het paard zal beter bestand zijn tegen weersinvloeden en ziekteverwekkers. Met deze gezonde darm kunnen zelfs zeer ondervoede paarden (zonder kiezen!), nog weer volwaardig paard worden, bewijst Snow in haar blog: “Op je 26e nog revalideren“.